Tijdens de eerste avond van de begrotingsbehandeling 2019 spraken alle partijen hun beschouwing over de begroting uit. Het college bracht met hun beantwoording van de vragen van de oppositiefracties nog meer onduidelijkheid dan er al bestond over de plannen in de begroting. De oppositiefracties waren eensgezind in hun frustratie hierover. Hieronder de bijdrage van de fractie van GroenLinks. 

De eerste begroting van het nieuwe college. De fractie van GroenLinks kon er eerlijk gezegd niet echt opgewonden van raken: zowel in positieve als in negatieve zin. De begroting vertelt niet echt een verhaal, het is meer een soort lapjesdeken, waarin voorkeurslapjes van de coalitiepartijen, soms met ijzergaren en soms met hechtdraad, aan elkaar genaaid zitten. Hier en daar moeten nog een paar oppositieborduursteekjes gedaan worden maar dat heeft zo te zien niet echt veel haast.

We waren namelijk blij verrast met de positieve tekst over fietsen en het verbeteren van de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld op de rotondes aan de Koningsweg. Maar helaas staat voor de meeste van deze onderdelen in de begroting nog een p.m. post en geen duidelijke termijn vermeld. Kan het college ons de zekerheid geven dat met de extra formatie die er bij verkeer mogelijk wordt gemaakt de voornemens op papier ook echt binnen afzienbare tijd uitgevoerd gaan worden?

Ook zijn we blij dat het besef doorgedrongen lijkt te zijn dat de energietransitie een actievere rol van de gemeente vergt. Wij wilden dan ook instemmen met het extra geld dat hiervoor wordt gevraagd ware het niet dat de wethouder ons vorige week heeft laten zien dat er wellicht nog veel meer nodig is, afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden in het nieuwe duurzaamheidsplan. Maar het lijkt er nu op dat in de voorliggende begroting al is voorgesorteerd op die besluitvorming, namelijk dat we het minst ambitieuze scenario gaan uitvoeren. Klopt dit? Zo nee, is het dan niet verstandiger om in deze begroting daarover een voorbehoud op te nemen?

Biodiversiteit, daar zijn wij als GroenLinks natuurlijk niet tegen maar gezien de grote bedragen die hiervoor zijn opgenomen hadden we toch wel gerekend op wat duidelijker doelstellingen. Want als het vooral gaat om het aanschaffen van bijenbloemenzaad voor particuliere tuinen dan steken wij het geld toch liever in andere zaken. En dat brengt ons als vanzelf bij het sociaal domein.

Dat de decentralisaties in het sociaal domein op dit moment financieel spaak lopen was allang voorspeld. Zo’n operatie kun je namelijk niet uitvoeren als je er tegelijkertijd een enorme bezuiniging aan vastknoopt. De wachtlijsten lopen op, gemeenten komen miljoenen tekort en professionals in de zorg haken af. Wethouders uit een groot aantal gemeenten trekken inmiddels gezamenlijk bij het rijk aan de bel, er moet gewoon geld bij. Maar het Soester college lijkt zich daar niet zoveel van aan te trekken, we gaan ons hier doodleuk concentreren op monitors en het invoeren van budgetplafonds. Kan het college ons duidelijkheid geven over wat die plafonds in de praktijk gaan betekenen? Heel concreet: als een plafond is bereikt tijdens een begrotingsjaar wordt er dan ook geen hulp meer verstrekt, moet je dan tot januari wachten met het aanvragen van een rolstoel of thuiszorg als het plafond is bereikt in oktober?

Hoewel ze een belangrijke preventieve rol spelen in het sociaal domein hebben de Soester zorg- en welzijnsorganisaties te horen gekregen dat er geen extra geld is voor investeringen, zoals voor een Seniorencoach Welzijn Thuis bij de SWOS die vereenzaming helpt tegen te gaan. Het opschorten van de onderhoudsgelden voor IDEA vinden wij te gek voor woorden. Voor bezoekers, cursisten en personeelsleden is al jaren duidelijk dat de boel aftakelt en er nogal wat gerenoveerd moet worden zeker nu er steeds meer activiteiten ondergebracht zijn. Maar omdat we gaan nadenken over een Huis van de Samenleving, wat er echt de komende jaren niet zal zijn, krijgt IDEA tot die tijd geen geld voor onderhoud. Vindt het college dit echt wenselijk en verantwoord voor een instelling waar duizenden inwoners per jaar gebruik van maken?

Kunst en cultuur komt overigens helemaal niet aan bod bij de voorstellen in deze begroting. De neergang van de laatste jaren gaat helaas gewoon door. Na het muziekonderwijs en de Kunstroute dreigt nu ook Kunst in Soesterberg te verdwijnen. De Cultuurstimuleringsprijs waar jongeren een belangrijke plek hadden, is afgeschaft. En zelfs de nationaal bekende beeldentuin van Jan en Ali Hazelaar gaat wellicht verdwijnen. Is het college inderdaad voornemens om deze beeldentuin, winkel en expositieruimte op te offeren voor woningbouw? 

Als het om participatie van inwoners gaat zijn de teksten in de begroting, bij gebrek aan actie, al lang over de houdbaarheidsdatum heen. Daarom hebben we het volgende verzoek aan het college: kijk eens naar Zeist, waar inwoners tijdens De Maaltijd van Zeist aan tafel zitten met ambtenaren en gemeenteraadsleden om hun ideeën over de begroting mee te geven. Dat is iets dat we zo kunnen overnemen bij de begroting van volgend jaar.

En om u daar nog extra toe aan te moedigen, wil ik graag afsluiten met een verzuchting van toenmalig GGS-raadslid, de heer Corbeij uit 2011: ‘Participatie, daar moet je niet over praten, dat moet je gewoon doen!’