College neemt standpunt GroenLinks station Soest Zuid over.

Het college van Burgemeester en Wethouders ziet af van de aanleg van een autotunnel onder het spoor bij Soest Zuid.

Met name voor de collegepartijen VVD en Soest2002 is dat een U-bocht met hoge snelheid. GroenLinks was van meet af aan verklaard tegenstander van de aanleg van een tunnel. Er is niet echt een groot probleem en verbeteringen kunnen met veel eenvoudiger maatregelen doorgevoerd worden. Studies in opdracht van het college hebben deze feiten nu – nogmaals en ten overvloede – bevestigd.

Met name voor de VVD is de tunnel een prestigezaak geweest. Het verkiezingsprogramma destijds bevatte weinig meer punten dan ‘meer asfalt’ met als kroonjuweel de tunnel. Soest zou verkeerskundig en economisch stil vallen zonder tunnel. Als wij VVD hadden gestemd, zouden we ons bedrogen voelen: dit zit niet snor.

Soest wil altijd groter zijn dan het is, maar lijkt helemaal niet te zien wat er in onze steden gebeurt: teruglopend autobezit en –gebruik, exploderend fietsgebruik en juist het dichtgooien van tunnels. Meer asfalt leidt tot meer ruimtegebrek (al die auto’s moeten ook ergens parkeren), verkeersonveiligheid en aantasting van de volksgezondheid. Met name dat laatste punt wordt steeds belangrijker. Fijnstofriolen moeten niet binnen de bebouwde kom aangelegd worden.

GroenLinks roept het college op om terug te keren naar de oorspronkelijke doelstellingen: een mobiliteitsplan dat inzet op openbaar vervoer en langzaam verkeer, twee stiefkindjes van het huidige beleid. Hierbij  hoort nadrukkelijk, dat dat niet alleen in woorden gebeurd, maar ook in geld. De verkiezingsprogramma’s van D’66 en CDA bieden hier ook goede handvaten voor.

En Soest-Zuid, moet er dan niks? Zeker wel! GroenLinks pleit al van het begin voor verbetering van de afstelling van de spoorbomen en het verkeerslicht. Het sluipverkeer op de Eikenlaan (de drukste sluiproute van Soest!) moet nu eindelijk aangepakt worden. Gemotoriseerd verkeer hoort op de verkeersaders en niet in de woonwijken. En aanpakken van het achterstallig onderhoud van de voet- en fietspaden.