Energie- en warmtetransitie 

Wat GroenLinks en POS betreft volgt de gemeente Soest in de energie- en warmtetransitie minimaal het Rijk qua ambitie en uitvoeringstempo. Dat betekent onder meer dat alle middelen die het Rijk hiervoor beschikbaar stelt aan onze gemeente ook daadwerkelijk aan de Transitie Visie Warmte en de Regionale Energie Strategie en de uitvoering daarvan in Soest en Soesterberg besteed worden. 

Voor inwoners is het extra belangrijk te weten van welke warmtebronnen zij in de toekomst gebruik kunnen maken als het gebruik van aardgas wordt afgebouwd. Dit mede ook gezien de oorlog in Oekraïne en de afbouw en mogelijk volledige stop op het gebruik van Russisch gas. Het college krijgt wat ons betreft dan ook de opdracht om de achterstand met de TVW zo snel mogelijk (liefst in 2022 nog) in te lopen en te zorgen dat de eerste wijkuitvoeringsplannen voor de warmtertransitie deze bestuursperiode nog gereedkomen.

Daarnaast vinden wij het belangrijk dat ter bevordering van energiebesparende maatregelen en energiezuinig gedrag meer voorlichting en concrete hulp, onder meer door energiecoaches, wordt geboden aan inwoners, met name degenen met een kleine beurs. Inwoners moeten – al dan niet financieel - positief worden gestimuleerd om energiebesparende en energiezuinige maatregelen te nemen. Daarbij hoort ook het zo snel mogelijk opzetten van energiecollectieven. Mensen mogen niet gedwongen op hoge kosten worden gejaagd, mede omdat dit ten koste gaat van het draagvlak. GroenLinks en POS willen dat ook voor bedrijven en instellingen meer mogelijkheden komen voor advies door experts in het nemen van besparingsmaatregelen (isloatie, energiezuinig gedrag, mobiliteit, enzovoorts) en maatregelen voor duurzame energieopwek en -opslag (zonnepanelen, smart-grid, buurtbatterij, enzovoorts).

Het volgen van het uitvoeringstempo van het Rijk betekent ook dat het college de opdracht krijgt in deze bestuursperiode de mogelijkheden voor grootschalige energieopwek (grootschalig zon op dak, zonnevelden langs de A28 en zoekgebieden voor windturbines) concreet te verwerken in het ruimtelijk beleid en in vergunningverlening. Dat houdt ook in dat het college de netbeheerders op alle mogelijke manieren aan zal moeten sporen om de netcapaciteit bijtijds op orde te brengen. Om overlast op woongebieden te voorkomen moeten de nieuwe afstandsnormen, die eind dit jaar vanuit het Rijk beschikbaar komen, strikt worden nageleefd bij het vergunnen van windturbines. Voor POS geldt daarbij een minimum afstand tot woningen van tienmaal de tiphoogte als uitgangspunt.